Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 13 oktober 2013

Libelle met dauwdruppels

Nu regent het pijpenstelen, maar gistermorgen was het droog, toen ik op zoek was naar paddenstoelen in het minibos in ons dorp. Zomaar onverwacht stuitte ik op deze eenzame libelle, zittend op een door de wind bewogen bladstegel. Gevangen in en genietend van het door de morgenmist heen brekende licht, vallen direct de dauwdruppeltjes op die zijn flinterdunne, transparante vleugels overdekken.

Het valt nog niet mee om die goed vast te leggen, want de wind speelt een vals spelletje. De libelle, een pantserjuffer, is mak zat en blijft gedwee zitten, ook al nadert het fototoestel hem tot enkele centimeters.

Hoe moeilijk is het om al het moois wat leeft goed vast te leggen. Te vaak zelfs lopen we er gedachteloos aan voorbij. Voor we het goed en wel beseften is het weer flink herfstachtig geworden en blijkt de zomer achteloos voorbij gegleden aan de tijd.

Waar zijn nu de duizenden glinsterende libellenvleugels? De dartelende vlinders? Verdwenen met de wind. Onttrokken aan het oog. Een ongeziene dood gestorven.

En toch, af en toe, in de grijsheid en de grauwheid van het seizoen, breekt af en toe het licht door, legt een betoverende glans over de dovende kleuren in de natuur, trekt onze aandacht naar de breekbaarheid van het leven in al haar broze schoonheid.

Een uurtje dwalen over modderige paden leverde dus toch weer heel wat moois op. 

Iets moois, maar ook iets melancholisch, want met het sterven van de kleuren, welt ook de weemoed omhoog. Al weer een seizoen voorbij. Het buitenleven maakt een terugtrekkende beweging, naar binnen, naar de knusheid, de onnatuurlijke warmte, als de temperatuur buiten zakt, de regen tikt tegen de ramen van onze zichtbaarheid en wij dicht tegen elkaar aan kruipen in huiselijkheid en warme koppen koffie.

De laatste libelle houdt zich krampachtig aan het leven vast, weerstaat moedig de stortvloed aan druppels uit de hemel, zich onbewust van het naderende einde en de eigen hardnekkige symboolfunctie, als onderwerp voor deze mijmering over de betrekkelijkheid van het leven ...









Geen opmerkingen:

Een reactie posten