Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 20 januari 2013

Kostbaar

Zeg, kleine vlinder.
Met je breekbare vleugels.
Met je altijd zoekende onrust.
Met je haperingen, buitelingen,
Zichtbaar gehavend, diep gekwetst.
Pijn gedaan, ongelooflijke smart gedragen.
Diep weggestopt in je cocon.
Gevangen in muren.
Veilig in steen.
Standbeeld geworden.

Kom eens.
Kom eens tevoorschijn.
In het licht.
Sla je vleugels eens uit.
Vlieg eens.
Fladder in vrijheid.
Op zoek naar het licht.
Het zoete, dat wacht.

Want ja, je bent kwetsbaar.
Fragiel en breekbaar.
Gekwetst en vol wonden.
De tranen, de vele zoute tranen, ze hebben gevloeid.

Maar weet je, luister eens.
Ik wil je wat vertellen.
Ik moet je wat zeggen.
Ik geloof dat je iets nodig hebt.
Nu.

Want, lieve, kleine, broze fladderaar ...
Heb je wel eens in de spiegel gekeken?
De spiegel van breekbaar glas.
Heb je jezelf wel eens gezien?
Goed, recht, in de ogen?
Heb je je ogen bekeken?
Die zachte ogen, die donkere gloed, met een peilloze diepte.
De diepte van je eigen hart.
Niet alleen pijn is er in te lezen.
Maar ook een verlangen.
Ogen van verwondering.

Heb je de kleuren van je vleugels bekeken?
Prachtig, zoals je daar wacht, met ingehouden adem.
Zie je het ook?
Laat je het toe, van binnen?

Weet je, ken je dat wonder, dat vliegen, dat je doet, het zoeken van de vrijheid, het reiken van bloem tot bloem, zoekend naar licht, vragend om voedsel, reikend naar warmte?
Je bent zo mooi, lieve vlinder.
Je bent zo wonderschoon gemaakt.

Je bent uniek.
Je bent kostbaar.
Je bent met een doel gemaakt.
Je bent wie je bent en wie je bent geworden en wie je zal zijn.
Omdat jij het bent.
Alleen jij.

Wat je meemaakte, wat je vormde, wat je raakte, wat je zag, wat je voelde, wat je verwondde, wat maakte dat je je verstopte, dat is niet wie je bent.
Dat is de buitenkant, dat is wat anderen van je wilden maken.

Maar luister eens.
Stil eens.
Wacht eens.
Hoor eens.

Ik moet je iets vertellen.
Iets belangrijks.
Iets wezenlijks.

Je bent gewild.
Je bent geliefd.
Je bent een kind, een puur, ontvankelijk kind, diep onder je buitenlaag verstopt, weggekropen, opgeborgen.
Je bent een mooie, kleurrijke vlinder, op zoek naar vrijheid, op jacht naar het licht.
Kom maar, je mag het zien, in de spiegel, je mag het weten, je moet het horen.
Het is de waarheid.

Je bent uniek, enig, enkel jij, anders dan alle anderen.
Omdat de Eeuwige jou heeft bedacht, gewild, gevormd, geroepen bij je naam, gezonden met een doel.
De wereld in, de koude, harde, kille wereld.
Om vrij te zijn.
Jezelf te laten zien.
Hem te zoeken, Zijn liefde uit te delen, zaad te strooien, andere vlinders vrede uit te delen.

Dat is toch wat, zo ongelooflijk mooi, zo kostbaar, zo maar in alle tederheid en kwetsbaarheid, vlammetje hoop in de donkere wereld, glimp van licht in de duisternis?
Je mag groeien, je mag schijnen, je mag dwalen, je mag zijn.
Je mag zingen van de morgen, je mag dansen in het licht.
Je mag eten, drinken, vrolijk zijn, genieten en uitbundig vieren.

Je mag leven.
Kwetsbaar.
Kostbaar.
Vrij.

Maar weet je, lieve vlinder, kom eens langs bij de Eeuwige.
Hij die je maakte, Hij luistert ook naar jou.
Hij wacht, al lang.
Hij weet dat je weg wilt vliegen.
Hij weet wat je bent vergeten.
Hij weet dat je het zo graag alleen wilt doen.
Hij ziet dat het niet gaat.

Daarom fluistert Hij, soms, vangt het wonder in stilte, roept je naam, koestert je leven.
Hij houdt je vast.
Hij draagt je, lieve vlinder, dwars door alle stormen, ook al zie jij Hem niet.
Hij was bij je, al vanaf je eerste begin.
Hij koestert.
Hij glimlacht.
Hij wacht.
Hij weet.
Hij kent.
Door en door.
Hij heeft lief.
Pure, diepe, warme, echte, gunnende liefde.

Kom, vlijtige, dappere, gevoelige, tere, kostbare vlinder.
Kom, zoals je bent.
Met al je vragen, twijfels, wonden, zorgen, butsen en builen.
Kom maar.
Stil maar.

Zing maar, je lied van pijn vermengd met hoop, je tranen zijn kostbaar, je licht, dat schijnt op het gebroken glas, het weerkaatst.
Het is zo kostbaar.

Jij.
Jij bent zo kostbaar.
In alle kwetsbaarheid.
In alle ontoereikendheid.
In alle zwakte.
In alle eenzaamheid.
In alle breekbaarheid.

Kom, koester je in Zijn koestering.

Vang deze woorden.
Proef mijn liefde.
Van Hem ontvangen, voor jou bestemd.
Ontvang de stilte uit mijn hart.

Ik bid voor je, met ontroering, met ontferming, met mededogen, met erbarmen.
Ik heb geen woorden meer, alleen maar warmte.
Ik kan je niet raken, alleen maar zegenen.
Maar ik ben geraakt, door jouw kwetsbaarheid.
Door jouw moed, om toch te vliegen, te zingen, te vechten, te vertellen.

Dank je wel, dat we even mee mochten kijken in je spiegel.
Kijken met ons hart.
In de spiegel van je leven.
De scherven met het weerkaatste licht.
Het licht van buiten, dat naar binnen sloeg.

Kom, laten we zwijgen, samen.
In aanbidding voor het wonder.
In verwondering voor het licht.
In het licht van Zijn aanwezigheid.
In de aanwezigheid van Zijn liefde.
In de liefde van Zijn verlangen.
In het verlangen naar Zijn genade.
In de genade van de Eeuwige.

Kom, laten we vliegen.
Nu.
Naar later.
Naar verder.
Naar beter.
Naar huis.

7 opmerkingen:

  1. Dit moet ik even verwerken. Zoveel... Zo bijzonder...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kwetsbaar en kostbaar! Wat een mooie metafoor ook van wedergeboorte: van rups tot vlinder die er mag zijn in Zijn aanwezigheid. Dank je!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dankjewel Anton voor dit prachtige,emotionele gedicht! Zit nu nog harder te janken maar er breekt voorzichtig een lach doorheen dankzij jouw gedicht...

    Groet,Marga

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mooi zeg, echt een prachtig gedicht! Dank je!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Deze woorden zijn een geschenk, een Genade voor wie ze leest, een hele lange warme gevoelige zegening, dank je wel!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dank voor alle dankwoorden, ik merk dat het raakt. Het zijn de twee woorden die al heel lang om elkaar heen cirkelen, Kwetsbaar, wat ik een paar dagen eerder schreef, en Kostbaar. Daar is ons leven mee getekend. En daar wilde ik woorden aan geven. Maar het wordt anders, als je iemand ontmoet, in het echte leven of digitaal, die letterlijk gebukt gaat onder het lijden, getekend is door het leven. Dan raakt het je hart. Dan wil je woorden geven, helpen, invoelen, troosten, mede-lijden, ook al kun je dat maar beperkt. Dan wil je zegenen, bidden, roepen tot God, alstublieft, help ... En toch, je weet, iedereen mag weten, God weet, ziet, wacht, draagt, hoopt. Hij heeft lief, want Hij is liefde, vol genade, wonderlijk. Hij heeft een doel met ons leven. Dat geloof ik. Dat dreef mij. Dat wilde ik delen.

    BeantwoordenVerwijderen