Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zaterdag 14 mei 2011

Onze Vader

Onze Vader
Dank U dat ik U Vader mag noemen. Zo dichtbij, zo gewoon. Zo aanraakbaar. Papa die mij neemt zoals ik ben. Die mij kent en toch van mij houdt. Die naast mij zit. Voorleest uit het grote Boek. Een versje zingt en mij toedekt voor het slapengaan. Samen met mij lacht. Mijn hand vasthoudt als ik bang ben of verward. Dat ik Uw kind mag zijn. En dat Jezus mijn broertje is. Mijn gote Broer.
Die in de hemelen zijt
Dank U dat U niet zomaar tussen de mensen loopt, maar transcedent bent, op afstand. Dat U geen deel uitmaakt van het tastbare, niet gevangen bent in Tijd en Ruimte. Dat U alles overstijgt, overziet, in Aanzijn hebt geroepen. Regeert, al zou ik niet weten hoe U dat precies doet. Daarom vertrouw ik op U. Omdat U het wel weet. En U niets uit de handen loopt. Ik ben zo benieuwd, zo nieuwsgierig, zo vol van verwachting hoe het zal zijn. Mijn hart klopt sneller.
Uw naam worde geheiligd
Ja, God van hemel en aarde, Schepper, Idealist, Realist, Liefdevolle en Trouwe, Allesomvattende Waarheid, U bent het waard om geprezen, geloofd en toegezongen te worden. Hoe aarzelend en tekortschietend ook van onze kant, aan U de eer, het mooiste Hallelujah aller tijden is nog niet goed genoeg om U de eer te geven die U toekomt. Toch, leer het mij, stamelen en zingen, dichten en bidden, hoe klein ik ben, als U de lof gezongen wordt voel ik mij opgetild, ervaar in schoonheid én gebrokenheid het hogere wat ik niet grijpen kan. Ik strek mijn handen en mijn geest, verlang naar meer en beter en altijd. Dat heimwee naar wat komt, dat snakken, dorsten van mijn hart. Laat mijn gedachten, daden, leven zijn tot eer van U. Altijd. Niet omdat ik dat kan, maar omdat U het waard bent.
Uw koninkrijk kome
Ja, dat koninkrijk van U, dat is wel heel moeilijk te begrijpen, in te passen in mijn dagelijks leven. Als ik er over lees in Uw eigen Woord, ja dan geloof ik het wel, zo mooi, zo hoopvol, zo vol van liefde en genade. 'Als ik mij ogen sluit, dan wil ik het wel geloven, maar doe ik ze dan weer open, komt weer de twijfel boven.' Dat is het dilemma van mij, misschien van alle mensen. Dat we zo vast zitten aan zien en doen en voelen, hebben en er toe doen, dat we zo makkelijk uw wereld, uw plan, uw ideeën vergeten, negeren, blokkeren. Dank voor de gelijkenissen, de openbaringen in Uw Woord, voor Uw doorgaand Werk hier op aarde, in mensen die tegenstribbelen en wegvluchten of juist op de verkeerde plaatsen zoeken naar Uw koninkrijk of het juist te concreet willen maken. Oef, wat een valkuilen, wat een zijwegen, wat een duisternis, alles leidt af van Uw grote Doel, de Toekomst die al begonnen is. Zo bizar, dat dat wat komen zal, er al is. Het is onder ons, zei Uw Zoon. Het is nabij. Het zit zelfs in ons.
Uw wil geschiedde
Ook zoiets. Het zou moeten, het zou wenselijk zijn, het zou ook het mooiste zijn, als in alles Uw wil zou geschieden. Maar U heeft zo'n omweg gebruikt door ons te scheppen. Het lijkt alleen maar tegen U te werken. Het duurt alleen maar langer. Wat een ongelukken, wat een puinhoop, wat een zooitje hebben we er van gemaakt door te denken dat WIJ Uw wil zouden weten en ook zouden kunnen volbrengen. Triest, pijnlijk, onomkeer leed. Maar het is toch ook moeilijk Heer, Uw wil te ontdekken. Ik bedoel, U maakt het ons niet makkelijk, U spreekt niet rechtstreeks tot ons hoe het moet en wanneer het moet. En wat er precies allemaal moet. Moet? Zeg ik dat echt, tegen U? Eh ja, sorry hoor, zo bedoelde ik het nou ook weer niet. Wij moeten helemaal niets, ik begrijp het. U weet het, ik zei het net al en ja, U heeft gelijk. Bidden dat Uw wil mag gebeuren leert mij om niets meer te moeten, maar op U te vertrouwen. Dwars door tranen en pijn heen. Hoe moeilijk ook. Leer mij vooral daarom te bidden. Uw wil. Dat ik mij buigen zal. Richten wil. Vullen mag. Met U en U alleen. Omdat Uw Geest diep in mij is. Mij adem geeft. Mijn Adem is. Mij bidden leert.
Geef ons heden ons dagelijks brood
.... want ik werk er toch hard voor? Zo denk ik vaak Heer. Oneerbiedig, egoïstisch, onnadenkend. Want het is een zegen dat U ons voedt. Dagelijks, dag aan dag. Met eten, maar ook met uw Woord. We worden er afhankelijk van en dat is wat ons tegenhoudt, vaak, onbedoeld wellicht. En dat brood is echt niet zo vanzelfsprekend als ik om me heen kijk, over beleg en alle extra's heb ik het nog niet eens. Leer mij dankbaar zijn, Heer, want ik ben het niet. Niet altijd, niet genoeg. Tevreden wel, te snel, maar ook dat is weer gevaarlijk, want dat maakt lui. Laat mij mijn zegeningen tellen. U bent te goed voor mij.
En verlos ons van de boze
De oorzaak van alle ellende, hij die als U wilde zijn, maar het niet was, bij lange na niet. Er is Niemand zoals U. Maar, het was ook ons probleem, toen, in het Paradijs, als U willen zijn. En het is nog steeds het probleem. Dat kwaad, die verleiding, dat egoïsme, het zit in ons. En het komt er ook uit. Te vaak. Houdt hem vast, geketend in de kerkers, ik weet dat U gewonnen hebt. Maar ik besef maar al te goed dat hij ook macht heeft. Beperkt natuurlijk, maar toch. Ik hoef niet bang te zijn, ik weet het. Ik geloof dat er een dag zal komen dat alle ellende voorbij zal zijn. Alle tranen op zullen drogen. Alle wonden zullen helen. Dat wil ik vasthouden. Houdt U mij daarom ook maar vast. Dat is mijn enige Redding.
Vergeef ons onze schulden
Ai ... dit is een lastige! Nu komt U toch echt te dichtbij. Daar moeten we het nog een keer over hebben, dat wel. Maar niet nu, alstUblieft ....! U weet toch alles al? Ik bedoel ... Oké, oké. Zachtjes dan, in Uw oor. Niks verder vertellen hoor ...!

Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
Kijk, daar kan ik dan wel iets mee. Recht is recht en krom is krom, zeker, dat blijft staan, recht overeind. Maar genade, ja dat vind ik zo'n mooi woord, zo'n diepgaande betekenis van Uw Wezen. Wat moeten wij, mensen, zonder genade, zonder Uw diepe liefde? Wij zouden vergaan, verloren zijn, in het grote Niets verdwijnen als Uw hand ons niet zou opvangen in de Eeuwigheid. En wat ik krijg, dat wil ik geven. Wat U bent, dat wil ik zijn. Waar ik van droom, dat wilt U in mij vormen. Moeilijk, zeker. Pijnlijk, ook. Maar in mensen, gekwetst, en in harten, beschadigd, daarin kan ik U terugzien. Want herstel, vergeving, groei ook daarin werkt U door mensen heen. Door mij heen. Wat een wonder.

Want van U is het Koninkrijk
Daar zeg ik zonder meer Amen op. Ik bedoel, ik ben het er heel erg mee eens. Met dat Koninkrijk van U. Koninkrijk van schapen, parels, verloren zonen, mosterdzaadjes, zout en licht, gerechtigheid, vrede en liefde. Wauw. Ik kan niet wachten tot het komt. Ik bid dat ik het nu ontdekken mag. Dat U tipjes van de sluier oplicht. Dat ik af en toe achter het gordijn  mag kijken. Ik lees er van en mijn verlangen groeit met de dag.

De kracht
Uw Kracht wordt in onze zwakheid volbracht. Zo mooi, zo'n wonder. Maar o zo kwetsbaar, teer en breekbaar. Leer mij voorzichtig te zijn. Mijn woorden te wegen. Stil te zijn en te luisteren naar het fluisteren van Uw Stem. Pas te spreken als het nodig is. Te handelen als anderen dat nodig hebben. Houdt U mij de Spiegel voor, ontsteek het Vuur in mij, wek Uw Power in mijn hart. Stort Uw Leven in mijn ziel. Werk Uw Kracht in deze wereld. En mag ik daar een deel van zijn.

En de heerlijkheid
O wat zal dat mooi zijn op die dag, nooit meer tranen, nooit meer pijn. Als Uw Ideëen werkelijkheid worden, als Uw Droom wordt gerealiseerd, als Uw Doel ten uitvoer wordt gebracht. Als tijd en ruimte tot een einde komen. Uw Aarde Hemel wordt. De stad Jeruzalem met de gouden straten, de Boom des Levens, het levende Water. Het huis met de vele Woningen.
Tot in eeuwigheid
Ik kan me het niet voorstellen hoe dat zijn zal. Het gaat mijn bevattingsvermogen te boven. Geen tijd, geen einde. Voor altijd en eeuwig. Een continu verjaardagsfeestje. Misschien leer ik wel dansen en juichen. Hier durf ik niet. Alle remmen los. Dan mag het. Eindelijk. Mag mijn gitaar ook mee? Moet ik nog wel even oefenen van te voren ...
Dank Heer, dat wij na het bidden Amen mogen zeggen. Niet omdat er een einde aan dat bidden komt. Want bidden kan altijd, ook met de ogen open, zo lees ik in Uw Woord. Maar omdat dat Amen iets uitdrukt van het Vast en Zeker zijn in Uw Hart. Ons Fundament is in U. Onze Basis bent U. U bent de Kosmos. Het Licht. De Weg. De Opstanding. Leven in Eeuwigheid.

****

Dank U Heer Jezus, dat U ons bidden hebt geleerd, tot Uw Vader. Het leert ons om vertrouwelijk met U om te mogen gaan. Het leert ons om onszelf helemaal afhankelijk van U te maken. Dicht bij U te blijven en zo te groeien in geloof en liefde. Zicht te krijgen op Uw plan en Uw Koninkrijk. Op te zien naar Omhoog. Met onze benen in de modder van de wereld. Midden in de gebrokenheid. Maar onze wandel in de Hemel. Hoe onmogelijk ook voor ons verstand. Hoe ondoorgrondelijk soms ook voor ons gevoel.

Leer ons af te zien van onze eigen verlanglijstjes, leer ons om te bidden naar Uw wil. Bewogen, bevlogen, hoopvol en berouwvol. Maak ons tot een Graankorrel. Leer ons sterven aan onszelf. Leer ons wachten op de Lente. Leer ons groeien naar het Licht. Leer ons Vruchtdragen. Tot Uw eer.

Amen, Heer, ja amen ...
Amen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten