Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 15 maart 2015

Grenzeloos nieuw is het leven

Even vaak als wij dwalen over vele wegen, de horizon achterna, even vaak blijkt er meer te ontdekken, de weg houdt nooit op. De horizon zal altijd wijken.

Hoe we ook graven en alles willen weten, hoeveel we ook lezen om kennis te vergaren, er is geen einde aan, er is altijd meer te zien dan we dachten. En er is geen maat voor wetenschap.

Hoe hoog we ook vliegen, hoe we reiken en hoe ver we ook mogen kijken, het kan altijd hoger, er zijn geen grenzen. De ruimte is ruim en grenzen vervagen.

Wat er ook gemaakt is aan schoonheid, aan muziek, er is altijd weer nieuw te scheppen. Een streling voor het oog, een luisterend oor, een ontvankelijk hart, een decor van resonantie.

Er is een bron die niet opdroogt en waaruit telkens weer nieuwe ideeën op zullen borrelen. De put is onuitputtelijk. Het houdt niet op, het raakt kant noch wal, het zal altijd blijven stromen, boven dromen, verder dan verwachting.

Woorden zullen blijven vloeien, tot zinnen gesmeed en in nieuwe vormen worden gegoten. De fantasie heeft geen muren, maar vleugels. Wat zorgvuldig en bedachtzaam werd geboren, werd geboetseerd en tastbaar gemaakt, zal als adembenemende herkenning landen en vrucht dragen, later, veel later.

***

Maar.
Er is ook oppervlakkigheid.
En er is tekort.
Een leemte.
Borrelende vragen.
Vage antwoorden.
Een spiegel die donkert en schemert.

Zelf hebben we blijkbaar toch grenzen, telkens weer.
Aan arbeid.
Aan tijd.
Aan gelegenheid.
Elke materie is begrensd.
Voorraden blijken beperkt.
Aan alles komt een eind.

We verdwalen.
De nacht overspoelt.
Het licht verdoft.
We worden overwoekerd door zorgen.
En we struikelen gedurig.
We raken los geslagen.
Stuurloos.
Apathisch.
Verstrikt.
Gesloten.
Afwachtend.
Dronken van oppervlakkigheid.

Er is een manco.
Een gat in ons hart.
Een open vraag.
Een verbroken verbinding.
Rusteloosheid.

Ja.
Een zwart gat.
We tuimelen er zo maar in.
Bouwen muren.
Doen de boel op slot.
Sluiten het licht uit.
Als we niet uitkijken.
Als we niet oppassen.

***

Tot.
Ja, tot.
Liefde ons roept.
En een vonk gaat knetteren.
Witte rook van overgave.
Licht onthuld.
Woord ontdekt.
Weg ontsloten.
Waarheid onthuld.
Aangeraakt door het onaanraakbare.

Rakelings gaat het ons leven voorbij, als adem, die snelt en vervliegt, als bladeren die ritselen in de wind, we voelen bij tijden en wijlen verbaasd de druppels en herkennen, zwijgen of zingen mee, zacht en bewogen, expressief of ingetogen. Er heeft zich iets in ons gehecht, genesteld, kwistig of karig, mistig of bedaard.

Er is zo maar nieuw leven geboren.
En we staan even stil.
Bedachtzaam.
Verbaasd.
Verwonderd.
Aangedaan.
De adem benomen.
Ons hart op een kier.
Antenne op aan.

Een nieuwe bron wordt aangeboord.
Geest doorwasemt materie.
Het leven wordt losser.
En tegelijk is er onzichtbare verbinding.
Rust doet zijn intrede.
We gaan anders kijken.
Nieuw licht op de dingen, de mensen, de wereld, de hemel.
We zien extra dimensies, voorheen nooit gekend.
En zien maakt week.
Raken maakt bewogen.
Smakend naar meer.
Er is een genoeg aan materie.
Delen hoort erbij.
Want liefde heerst.
Het hart loopt over.
Want we leren om los te laten.

Alsof alle grenzen zijn verdwenen.
Tussen geest en materie.
Tussen ziel en lichaam.
Tussen tijd en eeuwigheid.
God is een zucht dichtbij ons.
We voelen het, we worden gekend.
We weten het, we mogen er zijn.
We hoeven niet meer zo nodig.
We zijn wie we zijn.
Zoals bedoeld.

En we horen en lezen van dingen, die kennis te boven gaan.
Er is macht in het woord.
Er is genezing in de liefde.
Het perspectief gaat boven het leven uit.
Zelfs de grens van de dood is een overwonnen hindernis.
Een eeuwig uitzicht.
Alle blokkades opgeruimd.
Er gaat een belofte leven.

***

Maar.
Het vreemde van alles.
We zoeken de grenzen op.
We roeren in de duisternis.
Met ons luttele lichtje.
We worden bewogen met wat te kort is geschoten.
We bukken ons voor hen die het niet redden.
We buigen in de modder.
Laag bij de grond.
We worden geraakt door gebrokenheid
We luisteren intens naar klaagzangen.
Want daar is de zelfkant.
Daar wordt geworsteld.
Daar vloeien tranen.
Daar is het leven.

Want.
Liefde betoont zich dichtbij.
In de levens van mensen.
Bijna puur lichamelijk.
Intens en uiterst tastbaar.
Laag bij de grond.
Basaal.

Licht openbaart de materie, onthult het zijn.
Muziek wordt ervaren bij de gratie van het gehoor, door het trillen van de lucht.
De grondstof voor een weids schilderij zijn vette klodders verf.
En elke weg ontstaat door gewoon te lopen.
Opnieuw en opnieuw, het patroon van iedere dag.

Door het woord horen we de verte klinken, roepen, noemen, al blijft het fluisteren of stamelen.
De stilte ervaren we intens en gevuld door te wandelen over gras en door modder.
Als struikelend, stap-voor-stap, hervinden wij ons evenwicht, van het pad waar we over gaan tot de hemel omhoog, dwalen onze ogen, ademen wij de rust.
Het buigende riet zingt een bewogen lied.
Vervormende wolken fluisteren beloften.

De hemel wordt op aarde geopenbaard.
Als voorproefje.
In de levens van mensen.

In de stilte.
In de tranen.
In de hardheid.
In het struikelen.
In het verlangen.
In de zwijgende ogen.
In het niet te overziene leed.
In de pijn.
In de nacht.
In de diepe eenzaamheid.

Durven we ons te laten raken door de gebrokenheid?
Herkennen we God in elkaars vragen?
Ontmoeten we Jezus in de armoede, nooit ver weg?
Luisteren we naar de verhalen, die er toe doen?
Blijven we staan als ze ons roepen?
Draaien we om, keren we terug?
Bidden we, ja, bidden we tegen de klippen op?

***

Het leven.
Het leven is niet nu.
Het leven is niet later.
Het leven is niet bouwen aan je luchtkastelen.
Het leven is niet zwelgen, dromen, doen.
Steeds hoger, meer en beter.
Grenzeloos.

Het leven is stilstaan.
Luisteren.
Bukken.
Zien.
En slikken.
Vechten.
Bidden.
Zwijgen.

Het leven is weten van grenzen.
Struikelen.
Ervaren.
Vertwijfeld zijn.
Geraakt worden.
En doen.
Druppels delen.
Zaadjes strooien.
Leven bij de dag.

Intenser wordt het leven.
We weten steeds minder.
We zien steeds meer.

En zo.
Blijven we rusteloos.
Stamelen we samen.
Zingen schuchter een lied.
Steken we dieper.
Zoeken we voort.
Graven we door.
Zuchten omhoog.
Kijken verder.
Hopen op later.
Vechten voor meer.
Stoken het verlangen op.
We willen muren slechten.
De barricaden op.
We willen een vuur doen ontbranden.
We kunnen niet zwijgen.
We leven op.

***

Ja.
Grenzeloos nieuw is het leven.
We komen adem te kort.
We leren anders kijken.
We luisteren met ons hart.
Het bloed stroomt waar het niet gaan kan.
De geest waait waarheen hij wil.
Het water, gevoed door een ongeziene bron, baant zich een weg waar geen weg is.
De liefde vraagt om een tegenover.
Hoe meer hemel in ons hart, hoe meer liefde voor alles wat op de aarde leeft.
Want we herkennen steeds beter.
En we ervaren steeds meer.
Dat minder ook genoeg kan zijn.

Deze blog is geschreven als bijdrage voor de #BlogHop 
van Christelijke Webloggers, met als thema ‘Nieuw leven’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten