Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

dinsdag 28 augustus 2012

Over de teerheid van de dingen

Wij.

Wij die zo snel geïmponeerd raken door de bulderende kracht van een stormwind, door het onophoudelijk rollen van de golven aan de kust, door de hoog flikkerende vlammen van het verzengende vuur, door de knetterende donder en de heftige lichtflitskracht van de bliksem. 

Wij die onze stem verheffen om gehoord te worden. Wij die druk doende zijn om druk te doen in alles wat we doen in de drukte van ons leven. Wij die verdrinken in de taken, leven op de agenda, kijken naar de klok, rennen naar onze afspraken, toeteren als er iemand niet snel genoeg optrekt bij het stoplicht. 

Wij die als we in gesprek zijn met iemand, voortdurend op onze telefoon kijken of we niet een gesprek hebben gemist. Wij die gefocust zijn op alle nieuwe dingen, bovenop het nieuws zitten, en als er geen nieuws is, nieuws maken, alsof we niet weten dat er niets nieuws onder de zon is te vinden. 

Wij die de herrie voortdurend opzoeken of die zelf produceren. Wij die verre reizen maken om zoveel mogelijk te zien en te doen in zo kort mogelijke tijd zonder mensen echt te ontmoeten of te leren kennen en wij die onbeschaamd op afstand via een straalverbinding met open mond binnendringen in andermans leefwereld. Wij die ons vergapen aan andermans opsmuk of tandpastaglimlach of masker of glitter en glamour.

Wij dus.



Wij zouden ons ook kunnen laten leiden door de rust die uitgaat van onze natuurlijke omgeving.

Wij zouden gewoon wel eens stil kunnen blijven staan bij de sobere stilte die er is op een vroege morgen, als de wind nog rustig is en de wolken de hemel spiegelen in kalm kabbelend water en het licht breekbaar en verstild haar stralen door het wolkendek laat spelen.

Ademend in de koelte van de vertrekkende nacht, leunend op de aankomende belofte van nieuw geboren morgenzonnelicht.


Wij zouden ons ook kunnen verbazen over de broosheid, de teerheid en de kwetsbaarheid van het leven, waar wij deel van uitmaken, die ons omringt, die in ons is, die we overal kunnen waarnemen.

Wij mogen ons gerust wat vaker verwonderen over de eeuwigheidsherkomst van een simpele schelp, bijgeslepen door het kabbelende water, meegevoerd door de stroom van bron naar zee, breekbaar als glas, getekend door lijden, gepolijst door de historie.


Wij zouden onze ogen zo af en toe wel eens mogen laten gaan over het lichte, zachte, tere dat vlak bij ons vliegt, onrustig in gedreven zoeken met breekbare, flinterdunne vleugels van de vrijheid, maar soms ook adembenemend stil aan onze voeten, in felle en contrastrijke kleuren van opvallend zijn, zichzelf in zichtbaarheid.



Ja, wij zouden ons moeten neerzetten aan de grens van woelig water dat in de nacht tot rust gekomen is en land dat vastigheid en fundament kan bieden, waar al het zaadzaaiende in welige uitbundigheid zijn groeiproces tentoonspreidt, in vele kleuren en varianten.

Tegen de verdrukking in en in langzame, niet waarneembare groeiprocessen, worden wij het dan wellicht traag deelachtig, mits wij onze ogen open doen voor het wonderlijke wonder van de tijd die vrucht draagt in het loflied op de Schepper van alle dingen.


Wij dus.

Laten wij stil zijn en fluisteren tegen elkaar, wijzen op de schoonheid van het wonder dat vergaat, maar dat nog even stoom afblaast in opperste victorie, alsof het leven nooit meer overgaat. 

Maar stervende, wetende van haar eigen eindigheid en onvolmaaktheid, beseffende dat het leven niet maakbaar is noch in beknellende vormen is vast te binden, ja, nochtans stervende, zingt zij het luide lied van leven in de stilte van zijn en van ontwaken in de beloftevolle diepte van de morgendauw, deint haar refrein over de rimpelingen in het water, dat gedreven door het eerste zuchtje wind, haar ongedachte toekomst tegemoet treedt, onbevangen, onschuldig, onbevreesd. Kome wat er komen mag.

Wij dus.

En de teerheid van de dingen, van de dingen die voorbijgaan. 

Soms raken wij elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten