Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 11 december 2011

Imagine: stel je voor!

Ooit schreef John Lennon het lied 'Imagine', waarin hij zich voorstelde hoe het zou zijn als er geen hemel was. Het kwam er op neer dat het dan veel mooier en beter zou worden. Op de aarde dan. En ten diepste was het zelfs geen wens van hem, het was een vaststelling: er is helemaal geen hemel. Mensen, kom eens terug op aarde, met beide benen op de grond. Kijk eens om je heen. Doe normaal.

Hoewel het een mooi nummer is qua muziek, hoewel hij een denker was, waar ik me ook wel eens aan spiegel(de), ben/was ik het toch ook vaak niet met hem eens. Zo ook bij dit nummer. En er zijn meer mensen die het in sommige opzichten niet met hem eens waren. Zo schreef hij ooit het nummer 'God', waarin hij nog verder ging in het afwijzen van het bestaan van God. De Ierse rockgroep U2 schreef daar later een ander nummer over, als tegenwicht: 'God, part II', met de centrale zin: 'I, I believe in love'.

Maar, dat fantaseren, je ergens een voorstelling van maken, je indenken hoe iets anders zou kunnen zijn dan dat het nu is, samengevat in dat ene woord 'Imagine', dat is toch wel een goede, diepe, miraculeuze menselijke eigenschap. Je voorstellingsvermogen gebruiken, oefenen, dingen bedenken die er niet zijn, een fantasiewereld bedenken, abstract denken, een woordenwereld opbouwen, beeldend denken, zweven op je eigen gedachten, dromen van een ander land, een stukje leven extrapoleren, de toekomst invliegen, het verleden weer levensecht oprakelen, ja, dat moet wel een door God zelf ingebeelde eigenschap zijn. Een bewijs dus, dat God bestaat, gek genoeg, en daarmee weer in tegenspraak met het idee achter het lied van John Lennon.

Maar, nu wil ik het idee van John Lennon eens omdraaien. Voor iedereen die dit leest. Als een uitdaging. Stel je eens voor ... Imagine ... Gebruik je fantasie.

Stel, God bestaat. Laat al je vooroordelen los en probeer het je in te beelden, zelfs al geloof je er geen snars van. En al geloof je wel, probeer je eens in te denken, dat er een dag komt, dat je alles in je leven los zult moeten laten. Dat je dood gaat.

Dat je God ontmoet. Zomaar, van het ene op het andere moment, in levende lijve. Ai, dat klopt natuurlijk al niet. Ik bedoel natuurlijk, met je geest, je ziel, je bewustzijn. Je lichaam is tenslotte gestopt met leven. De rest leeft voort.

Probeer je in te denken hoe dat er uit zal zien. Visueel. Maak een voorstelling, gebruik beelden, schilder met woorden. Denk je eigen gevoelens in, op dat moment, onder die omstandigheden. Helemaal ontdaan van alle franje, alle eigen bouwsels, kaal en naakt. Maskers af. Alle uiterlijke schijn verdwenen. Gans alleen voor de Schepper van hemel en aarde, de machtigste Koning.

Uiteraard gaat het er niet precies om hoe Hij er dan uit zal zien, het gaat me meer om jouw eigen gevoel op dat moment. Hoe zou het zijn, hoe zou het voelen? Hoe klein, hoe bang, hoe nietig zou je je voelen? Of wellicht, hoe overweldigd door Zijn gigantische uitstraling, Licht der lichten? Majestueus. Enorm. Bizar.

Bibberend val je neer, overweldigd, buiten adem, overvallen door Zijn glorie en luister, almacht en alomtegenwoordige aanwezigheid. Hij is er, zeer nadrukkelijk, niet te betwijfelen. Onontkoombaar.

Stel je voor, Hij zou gaan praten tegen je. Wat zou Hij zeggen?

- Ja, Ik ben er. Dat is zeker. Dat wist je toch? Je hebt toch Mijn Naam geleerd? Ik Ben. Ik ben erbij. Altijd.

Je knikt, bedremmeld, beduusd. Ontwapend ook, want Hij heeft geen bulderende stem, geen donderend geluid, waar je van achterover zou vallen. In tegenspraak met alle voorstellingen. Een zachte fluistering, die niet van buitenaf tegen je aan praat, maar die woorden en gedachten vormt in je eigen geest, je wordt je als het ware bewust van Zijn gedachten. Als Hij ze denkt, maak jij contact, direct. Je voelt ze, ze gaan door je heen, je ervaart ze. Je maakt deel uit van Zijn enorme universum, en bent tegelijk bijna één met Hem.

Is dit God? Is Hij zo?

- Valt dat mee of tegen?

Je schrikt. Kan Hij gedachten lezen? Dan moet je onwillekeurig lachen. Alsof God geen gedachten zou kunnen lezen ... Hij glimlacht ook. Het heeft iets geruststellends. Hij stelt je op je gemak. Ondanks het ..., nou ja, niveauverschil.

Pas dan, ineens, dringt het tot je door, dat je niet alleen met Hem bent. Het is druk, vol van mensen, om je heen. Het is ook stil, rustig. Onnatuurlijk, maar wel nadrukkelijk stil. En toch lijkt het of Hij met zijn glinsterende ogen alleen op jou is gericht. Wat is dit? De hemel? Het oordeel?

Het lijkt of iedereen de adem inhoudt, zo stil is het. Verwachtingsvolle blikken. Tastbare energie. Alle ogen gericht op de Ene, Die is, Die was en Die is gekomen.

- Weet je, ik was er altijd al bij. Overal. Zonder dat jullie het wisten, dat het tot je doordrong, dat je je ervan bewust was. Je wist het wel, maar tegelijkertijd besefte je het niet. Hield nooit echt rekening met Mijn aanwezigheid, zelfs als je in Mij geloofde.

Verbaasde blikken rondom je, zuchtend gefluister. Verwarring. De gedachten van jezelf vermenigvuldigen zich ook, je loopt je eigen paadje terug, overziet je leven. In een heel ander perspectief. In vogelvlucht. Ervaart met kracht de kruispunten, de raakvlakken met andere mensen, de pijnpunten, de wonderlijke ontmoetingen ook. Een bonte mengeling van liefde, pijn, teleurstelling en schaamte maakt zich van je meester. Is dit mijn leven? Ben ik dat, daar in het centrum? Was ik zo?

Er is geen veroordeling, geen oordeel, het is alleen een heel ander perspectief waarin je jezelf terugziet, je ondergaat de diepste, tegengestelde gevoelens, in een flits. Overziet de werkelijkheid, ervaart de waarheid. En die is ... anders. Anders dan je ooit voor mogelijk had gehouden.

- Ik was erbij. Altijd. Overal. Ik was de Regisseur, jullie de toneelspelers. Je maakte je eigen beslissingen, op grond van je afwegingen, of je gevoel, of je opvoeding, of omdat anderen het zo wilden. Soms luisterde je naar Mijn stille aanwijzingen, vaak zag je ze over het hoofd. Negeerde je Mij. Soms luisterde je naar Mijn stilte, heilig, zuiver en rein, vaak had je het te druk. Met jezelf, met anderen, met dingen, met doen. Te vaak vergat je de belangrijke dingen, de liefde, het vertrouwen.

- Ik was erbij, als je anderen voorbijliep, zonder hen te zien. Ik was erbij, op je vergaderingen, op je werk, in je gezin, bij je vrienden. Ik hoorde, luisterde, glimlachte, soms schudde Ik mijn hoofd, verbaasd, verwonderd. Ik heb gewacht, Ik heb gewaakt, Ik heb getrokken, zacht en liefdevol. Weten jullie wel hoeveel geduld Ik heb gehad?

- Ik was erbij als je Mijn bestaan ontkende, ondanks de stille hints die Ik voor je voeten wierp. Ik was erbij toen je Me de hemel in prees, je keel schor schreeuwde, kerken van steen bouwde om Mij vast te kunnen houden. Toen de regels kwamen, de tradities, de vormen, de ritmen van bekendheid, de platgetreden paadjes, de leer van Mij en wat jullie daarvan vonden. Ik zag hoe jullie het beter dachten te weten. Hoe jullie heel nadrukkelijk Mijn woorden, bedoeld als gedachtensteun en levenssturing bewust links lieten liggen. Ik was er lijfelijk bij, toen je Mijn Geest negeerde, overschreeuwde, annexeerde. Ik zag vreemde beelden van Mijzelf verschijnen, schrijnende imitaties, lachwekkende minigodjes. Ik zag hoe jullie Mij in een doosje wilde stoppen. Ik was erbij toen je je zinnen zette op het zinnelijke van de schepping, ik volgde je begerige blikken, je parmantige hoogstandjes, je inhalige geschraap. Ik zag de aarde en haar schatten schrompelen, veranderen.

- Ik zag je en ik liet je je gang gaan. Omdat ik jullie liefhad, jou alleen, maar ook jullie allemaal. Ik had mijn plannen, mijn ideeën, mijn toekomst lag al klaar. Ik wachtte op jullie instemming, jullie keuze, jullie toewijding. Ik wilde samen met jullie deel van Alles zijn. Ik wilde jullie liefde, jullie erkenning, jullie vriendschap. Ik wilde jullie laten gaan, Ik gaf je de lengte om je bewust te maken van het feit dat je niet zonder Mij kon. Maar drong het tot je door? Drong het ook door dat het niet kon, dat het niet ging, dat het niet bestaat, los van Mij te leven? Het is onmogelijk, Ik ken jullie, Ik heb jullie gemaakt, Ik weet er alles van. Tot in het allerdiepste hoekje van jullie bestaan.

- Heb je het beseft? Is het tot je doorgedrongen? Weet je wat Ik bedoel? Zegt het je iets?

Gemompel, nogmaals die siddering door de verzamelde menigte van individuen. Weer de individuele terugblik, de zachte glans van beseffende introspectie over het eigen leven. Doordringende herkenning. Overweldigend besef. Ontketende waarheid. Zichzelf ontvouwend perspectief.

Diepe stilte. Iedereen houdt de adem in.

***

Ja, stel je voor. Dat je erbij bent. Dat het komt. Wat zou er verder komen? Hoe zou het gaan? Hoe gaat het aflopen?

Het wonder wacht. De verte wenkt. De waarheid trekt.

Denk er eens aan. Stel je eens voor ....!

Wat ligt er achter de horizon van jouw bestaan? Hoe ziet jouw toekomst eruit?

Er is geen antwoord te geven, er is geen voorstelling van te maken, niemand weet hoe het zal zijn ...

Maar vandaag, nu, jouw leven zoals je het nu leeft, is wel bepalend voor dan. Je uitkomst dan, je toekomst, je eeuwige bestemming, wordt beoordeeld op je huidige leven, je beslissingen, je geloof, je daden, je doen, je zijn.

Kniel neer. Niet voor de voorstelling die je hebt gemaakt, niet voor het toneel dat je speelt, de rol die je vervult, de vorm die je kiest, het masker dat je innerlijk verbergt. Nee, voor de grote Regisseur, laat Hem je toekomst bepalen, laat Hem je leven leiden, vertrouw op de nukken van Zijn Geest, stap uit in geloof, dank voor Zijn keuzes, conformeer je aan Zijn plannen, al zijn ze dan onzichtbaar. Vertrouw op Zijn grote Toekomst.

Hij weet het beter. Hij kent je. Hij is erbij. Hij weet ervan. Hij wil één zijn met jou.

Ongelooflijk toch?

Stel je voor ...!

1 opmerking: