Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

woensdag 30 november 2011

Wake-up-dream

Schemerig is het als hij het pad oploopt, dat al slingerend omhoog voert, de berg op. De opkomende zon vermoedt hij aan de andere kant. De wolken boven zijn hoofd weerkaatsen het licht en vangen het in pastelkleuren. Het zweet parelt van zijn hoofd. Zijn adem gaat sneller en sneller. Het wordt licht in zijn hoofd. Hij wil wel vlugger gaan lopen, maar het gaat in feite steeds langzamer. Gedreven strompelt hij voort, af en toe bukkend voor de takken van de bomen. De vogels fluiten, maar hij hoort het amper. Hoe hoger hij komt, hoe dunner de begroeiing wordt. Tot hij ten slotte alleen nog maar rotsen ontwaart en open veld, lang gras en hier en daar een struik, wat verdwaalde bergbloemen.

Het is bijna volledig daglicht als de weg weer wat minder steil wordt, wat betekent dat hij bijna bij de top is gekomen. De hemel is strakblauw, geen wolkje te ontdekken. Geen begroeiing meer hier, Ook geen vogels meer te bekennen. Zijn borstkas gaat zwaar op en neer en hij heeft het gevoel zijn adem tot in zijn tenen te kunnen ervaren.

En plotseling is daar dan het zonlicht, vol in zijn ogen. Hij knippert, maar door zijn oogleden heen lijkt hij verblind te worden. En weg is zijn ademhaling. Stilte, alleen maar stilte. Diepe, intense, duidelijk waarneembare innerlijke rust. Zijn evenwichtsorganen nemen een trage zweefduik waar. En hij ruikt iets, nadrukkelijk maar ondefinieerbaar. Alsof hij het tegelijk ook proeft, op het puntje van zijn tong.

Hij hoort iets, maar gek genoeg maakt het geen geluid. Een fluistering, een onhoorbare, lichte stem, een stille, tintelende ritseling van kristallen grashalmen in slow-motion. Vaag begint er iets te dagen. Langzaam aan ontwaart hij iets in de kluwen van verwarring die hem is overvallen, zonder dat het hem echt ongerust maakt. Er is een verbaasd herkennen, maar het dringt niet tot hem door, van wat precies.

Slaapt hij? Droomt hij? Of heeft hij juist al die tijd geslapen, wordt hij nu pas wakker?

Weer die geluidloze fluistering, vlak bij hem, rondom hem ... Zachtfluweel pastellicht dringt door zijn oogleden, die nog steeds dicht zijn. Kan hij dit moment vasthouden? Even nog, denkbeeldig inademen ...?

Is dit geluk? Wat gebeurt er, wat is dit, waarom gebeurt er niets, maar voelt hij zo veel? Wat ...?

En dan weet hij het, wat er gezegd wordt, wat iemand hem wil laten weten, zonder dat er woorden zijn. Hij hoort zijn eigen naam noemen, beter gezegd, hij neemt hem waar. Het ontroert hem diep, het vult zijn hele lijf, zijn wezen, zijn ik. Er blijkt liefde uit. Waardering. Erkenning.

Het roept herinneringen in hem wakker, van heel ver, diep weggestopt. Zijn moeder, die hem roept, als kleine  jongen. Tranen lopen over zijn wangen, als hij het beeld weer helder voor zijn geestesoog krijgt.

Ja, dat was geluk, toen. En ja, dat is wat hem nu ontroert. Tot zijn wezen roept. Tot de werkelijkheid doet terugkeren. Het wezenlijke van het leven. Hij wil lachen, hij wil roepen, hij wil huppelen.

Maar hij kan niet. Er is iets. Alleen weet hij niet wat precies.

Wat is dit? Waar is hij? Wat gebeurt er? Ontgaat hem iets?

Waarom is de stilte zo diep ...?

dinsdag 29 november 2011

Dichter

een dichter
is voor veel mensen
toch een geval apart

een wereldvreemde
woordenworstelaar
die met drielaagse betekenissen
het zijn lezers
zo moeilijk mogelijk maakt
om te begrijpen
wat hij nou feitelijk
bedoelde te zeggen

cryptische lariekoek
moderne flierefrutsels
expressionistisch gebrabbel
hoger dan de gemiddelde pet
of juist nogal laag bij de grond

het blijft vaak
bij een
in de lucht hangend 
vraagteken
melancholieke
maar gespeelde waanzin

ten hemel schreiend
onvervuld verlangen
naar de ooit gedumpte
maar achteraf toch wel
echt gebleken ge-liefde

o, o
de platonische wanhoop
ten top

en deze sophisticated culturals
met een jaarlijkse productie
van twaalf in een dozijn
worden dan tegenover
nietsvermoedende scholieren
de hemel in geprezen
en als verplichte kost gebruikt
als poging tot opvoeding
en bijschaving
van hun cultureel elitair denken
waarna zij van de weeromstuit
afgezien van hun noodzakelijke cijfer
voor literatuurkennis
later nooit
maar dan ook nooit
meer enige interesse
zullen tonen
voor gedichten

voorgoed genezen

wat dan toch 
ook wel weer jammer is
want er zit ook best wel
hier en daar
af en toe
iets moois tussen de onzin
en begrijpelijks
tussen de moeilijkdoenerij

dan heb je ook nog
een andere variatie
van de soort
die nogal strak
het ritme hanteren
van het refrein
een op en top
lopend geheel
met alleen
jammer genoeg
wat minder nadruk
op de inhoud

en 
om nog maar
een ander uiterste
voor het voetlicht te trekken
er zijn ook mensen
die alles uit de kast halen
om een woord
aan het eind van de zin
te laten rijmen
op een ander woord
uit een andere zin
wat me nogal vermoeiend lijkt
om als lezer telkens weer
te moeten controleren
want hoe je het ook 
wendt of keert
echt soepeler lopen
gaat het er niet van
als je je in allerlei bochten
moet zien te dwingen
om het een beetje leesbaar
te kunnen krijgen
het wordt zo snel
een sinterklaasgedicht ...

ja dichter
ik had het best wel
willen worden
ooit
vroeger
in barre tijden
de puberteit
van worstelen
met je identiteit

maar nu
nee nu is het te laat
sorry
ik heb teveel ervaring
van het leven
meegekregen
ik geloof niet meer
in sprookjes
maar wel in de dubbele
werkelijkheid
en in menselijke 
in plaats van
platonische liefde

nee dank je de koekoek
voor mij ook geen
vorm
als knellend harnas
geen rijm of ritme
als maatstaf

en toch 
kriebelt het
wil ik woorden rijgen
heb ik behoefte
om boodschap-eieren 
te leggen
in de week van
andermans gedachten

expressie
van een impressie
uiting van een inslag
een idee
een visie
een wens
of diep verlangen
naar buiten toe roepen
de kwetsbaarheid in

wellicht ben ik toch wel
wat dwars en tegendraads
misschien ook best wel 
een tikkeltje eigenwijs
kan ik het daarom niet laten
soms
de bron van het deksel
te ontdoen

laat mij daarom maar
een beetje in het wilde weg
bazelen en beuzelen
tirulantijnen vogelen
en goochelen met woorden

want het is toch 
echt wel 
ongelooflijk mooi 
dat je zo met letters 
die zinnen vormen
een kasteel kunt bouwen
om in te wonen
een ivoren toren
met uitzicht
een pleisterplaats
om in te schuilen
verstoppertje te spelen
of een dutje te doen

jezelf even uit te tillen
boven de alledaagse werkelijkheid

zo kom je
dichter bij jezelf
dichter bij het leven
dichter bij voorbij het leven
dichter bij wat je niet zien kunt
dichter bij de waarheid
dichter bij God

hoe dichter ik nader
hoe mooier het wordt

als dichter
al is het dan namaak
ben ik opener
dan anders
een venster
op mijn ziel
kwetsbaar
maar ook
aanraakbaar
en aaibaar

en daarom 
rijg ik woorden
tot halve zinnen
flauwe ideeën
tot woeste dromen
milde wensen
tot hogere roepingen
borrelende beelden
tot hartekreten

in de hoop
dat er ergens
op het wereldwijde
spinneweb
iemand
zichzelf herkent
en amen zegt
op wat ik dacht
en stilletjes
vol herkenning
glimlacht

een klik
dus
connectie
dus
dichter
bij elkaar

ik dicht
om het gat
te dichten
ik dacht
ik heb niks 
te duchten
in meen
wat ik denk
en wellicht 
voelt
iemand
wat ik bedoel

volg
je me nog

nader eens
wat dichter
tot de dichter
en roep hem
tot de orde
zodat hij er
een fatsoenlijke
punt
aan 
breit

punt
dicht

zondag 27 november 2011

Liefde

dat er al
zoveel
gedichten gemaakt
en liederen gezongen
zijn
over de liefde

dat het harten 
op hol
en hoofden
in de war
heeft gebracht

maar 
dat het wezen
de kern
het doel
en de betekenis
ervan

nooit 
echt
gevat
kunnen
worden

is dat niet
het ultieme bewijs
dat God zelf
het heeft
bedacht
ontworpen
en geschonken

niet het bewijs
van zien
en logica
voer voor rechters
of theologen
bestudeerders
of uitlegkundigen
papieren tijgers
of gekooide apen

maar het bewijs
van er is meer
dan ik kan zien
geloof in de andere wereld
verlangen dat uitgaat
boven weten
kennis en meten

als je het ziet
dan weet je
het is echt
en het bestaat

maar als je 
het zelf ervaart
dan wordt
echt
alles
anders

de wereld
op zijn kop
je hart geraakt
je blik vernauwd
en tegelijk ook
open en ontvankelijk
voor allerlei
voorheen onopgemerkte
signalen

je richting
verandert
het doel
wordt bijgesteld
je vizier gericht
je hart gevuld
met diverse emoties

het is 
niet meer
je ik
dat alles bepaalt
maar heel specifiek
de ander

en dat
is nu precies
wat God ook wil

geloven wat we niet zien
verwachten wat nog niet is
liefhebben van de Liefde zelf
gevoed worden door het Leven
om te delen wat je krijgt

wandelen op de Weg
zoeken naar de Waarheid
groeien naar het Licht
wachten op het Wonder
ontvangen van de Geest

het koninkrijk van liefde
is niet gebouwd op woorden
op discussies of muziek
op onderzoeken of bewijzen

liefde
is relatie
ervaren en geloven
doen en ondergaan
samen zijn
tot één

hoe langer
hoe meer
hoe verder
hoe dichtbij

liefde
is het wonder
van genade

voor niets
gaat de zon op
en weer onder
tot de eeuwigheid
je kunt het zien
maar je kunt er
niet in kijken

zaterdag 26 november 2011

Dubbele punt

In de beperking ligt mijn kracht, zei de dichter, en hij schreef een dubbele punt.
Van de week twitterde ik bovenstaand bericht de virtuele wereld in. Ik vond het zelf wel een sterke, al zeg ik het zelf. Toch kreeg ik er geen enkele reactie op. Betekent dat nou dat niemand hem snapte en ik het uit moet gaan leggen? Of was niemand het er mee eens? Of werd het gewoon voor kennisgeving aangenomen, zoals wij allemaal doen met heel veel onnodige en nutteloze, dan wel herkenbare, ware of gewoon mooie informatie?

Hoe dan ook, ik voel mij nu toch wel een beetje gedwongen om mijn eigen uitspraak te gaan tegenspreken, in de zin dat ik woorden moet gaan gebruiken om uit te leggen wat ik ermee heb bedoeld. Omdat ik er helemaal achter sta, omdat ik er tegelijk mee worstel, maar ook omdat je er zo'n hoop kanten mee op kunt. Dat zal ik straks verder uit proberen te leggen.

Eerst maar even de feitelijke betekenis van de 'spreuk'. Die is op zich wel duidelijk, maar die heb ik ook weer nodig als kapstok voor de rest van dit verhaal. Als je dichter bent probeer je met een beperkt aantal woorden zoveel mogelijk duidelijk te maken, of gevoelens op te roepen. In de beperking zit de kracht. En dat is iets waar ik tegelijk van moet bekennen dat ik er mee worstel. Ik heb vaak te veel woorden nodig. Ik heb moeite met beperken. Met kort en bondig zijn. Er is een natuurlijke neiging om alles breedvoerig en beeld voor beeld uit te gaan leggen. Het is een eigenschap die ik bij anderen wel eens constateer, echt niet aanmoedig, maar ik ga er zelf ook mank aan. Zo heb ik in ieder geval gemerkt bij het formuleren van gedachten op dit weblog. In het dagelijks leven juist weer niet. Daar gebruik ik soms te weinig woorden.

Je moet uitleggen om het begrijpbaar te maken, maar soms gaat door de veelheid van woorden de boodschap juist verloren, landt hij niet bij de ontvanger, raakt ondergesneeuwd onder teveel woorden. Elke schrijver krijgt het advies om niet alles uit te leggen, maar om met beelden een sfeer op te roepen, door intonatie of bijwoorden gevoelens uit te tekenen in plaats van ze letterlijk uit te schrijven.

Een dichter probeert dat heel kernachtig te doen. Hij worstelt met woorden. Hij beperkt zich bewust. Zo kort als maar mogelijk. Met enkele beeldrijke woorden een sfeer oproepen, een gevoel verduidelijken, een boodschap verwoorden.

Wel, wat is er korter dan een dubbele punt?

Een dubbele punt? Als gedicht? Is dat een gedicht? Hoe bedoel je? Wat ...?

Tja, als ik het dan persé uit moet leggen, oké dan maar.

Een dubbele punt als leesteken betekent dat er nog iets komt. Geen punt als afsluiting, geen komma of puntkomma als een deel twee van een zin. Geen uitroepteken of vraagteken.

Maar een belofte.
Verwachting.
Kansen.
Mogelijkheden.
Er komt nog iets.
Er wacht iets op onthulling.
Een stukje toekomst, open, onbekend.
Een stukje vrijheid om te handelen, zelf in te vullen, vorm te geven, luchtkastelen te bouwen.
Vrijheid, onbeperkte vrijheid om te gaan, welke weg, welke richting je wilt.
Je verantwoordelijkheid ontdekken.
Je mogelijkheden zien.

De dubbele punt als metafoor.
Van creativiteit, knutselen met woorden en ideeën, vormen en uitingen, kunst en cultuur.
Van dromen en verlangen naar een betere wereld, een hoger doel, een ander leven.
Van inspiratie en leergierigheid.
Het proberen op te vangen van het wonder.

Een belofte van diepe, menselijke, opofferende liefde, van ze leefden nog lang en gelukkig.
Van gevormd worden door het leven.
Van vallen en weer opstaan.
Van huilen en weer lachen.
Van zon achter de wolken.

De dubbele punt als oproep.
Om niet vast te zitten.
In je zijn en in je vorm, in je huis en in je hart.
Om te gaan in het licht van de toekomst, in het beeld van de vrijheid, in de wegen die mogelijk zijn.
Om muren af te breken, platgetreden paadjes te verlaten.
Om verder te kijken dan de horizon.

Om niet te bouwen op je zekerheden, die altijd toch weer wankelbaar of afbreekbaar blijken te zijn.
Maar te zien op God, te verlangen naar meer, te hopen op later, te bidden om kracht, te zingen van je dromen, te geloven in mogelijkheden en zelfs wonderen.

Om te vechten voor recht en gerechtigheid, en niet bang voorbij te lopen als je iets ziet wat niet kan.
Om te helpen waar mogelijk, en niet geobsedeerd te zijn door de druppel op de gloeiende plaat.
Om te leren.
Om te doen.
Om te zijn.
Om te groeien.
Om wortel te schieten en vrucht te dragen.

Om je te bezinnen, tot jezelf in te keren.
Om te gaan.
Om je te verwonderen.
Om te geloven.
Om te danken.

Om te dromen en te verlangen.
Om te schrijven, te spelen met woorden.
Om te dichten, een boodschap te verwoorden.
Om te spelen, als een kind.
Om te musiceren, om te raken.

Om gevuld te worden met menselijkheid.
Om te zijn zoals God het bedoeld heeft, mens met mogelijkheden.
Om God te zien, voorbij de dubbele punt.
Om uit te stappen in geloof en vertrouwen.
Om onbekende werelden te ontdekken.
Om allerlei nieuwe mogelijkheden te ontvouwen.

Om te geloven.
Gewoon.
Simpel.

Tsjonge. Wat een beelden je kunt oproepen. Met een dubbele punt. Beeld van het leven. Beeld van een ander leven. Levensveranderend. Levensverdiepend.

Hoe vast hebben wij onze pinnen geslagen van onze tenten? Hoe stevig zijn de muren van onze huizen? Hoe vast zitten wij aan onze zekerheden?

Zie jij ook de mogelijkheden? Wordt je fantasie geprikkeld? Voel je de ideeën opborrelen? Wil je ook vrij zijn, als een vis in het water, als een vogel in de lucht? Wat gaat jouw voorstellingsvermogen te boven? Hoe klein denk je van jezelf? Hoe hoog acht jij de macht van God? Wil je lopen op het water? Wil je werelden ontdekken? Wil je zien wat je gelooft? Waar is jouw vertrouwen op gevestigd? Zie je de andere wereld, de wereld van het koninkrijk?

Geloof je het zelf?

Bidt dan ...
Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ (Marcus 9 ; 23)
Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ (Marcus 10 : 7)
Is ook maar iets voor de HEER onmogelijk? (Gen. 18 : 14)
‘Ik ben de HEER, de God van al wat leeft. Is er ook maar iets dat voor mij onmogelijk is? (Jer. 32 : 27)
Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’ (Matth. 17 : 20)
Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil naderen moet immers geloven dat Hij bestaat, en wie Hem zoekt zal door Hem worden beloond. (Hebr. 11 : 6)

Liefhebben en loslaten


terwijl de wind 
nu echt aanwakkert
de laatste overgebleven bladeren
dwingt tot loslaten
de wolken somber
en zwanger van de regen
voorbijtrekken
de ganzen in rijen
onrustig
proefrondjes vliegen
wellicht op weg
naar verre oorden

ligt een oude man
verward
onrustig
in een vreemd bed
tussen onbekende mensen
in het ziekenhuis

kwetsbaar
fragiel
te wachten
ja op wat

wat gebeurt er
allemaal
met zijn hoofd
zijn lijf
zijn leven

mix van gevoelens
ook bij ons
die rondom hem staan
plotseling stilgezet
een vreemd moment
van onthechting
en tegelijk ervaren
hoe diep de liefde zit

maar ook
onrust
vragen
medelijden
emoties
onmacht

herinneringen
komen boven
van jaren her
een leven 
trekt voorbij
gedeelde momenten
gelijke ervaringen
gemengde gevoelens
kostbare eenheid

wat blijft er over
van een mens
nu
aan dit zijden draadje

onzeker wachtend
wat zal het worden
hoe zal het gaan
eenzaam
alleen
het laatste stuk
van de weg
naar het einde

er rest 
alleen nog
overgave
accepteren
samen zijn
aanschouwen
van een afstand
ervaren
tot diep in de ziel

loslaten

bidden
zonder woorden

wat is het leven
in het licht
van de dood
wat is de mens
zo breekbaar 
op bed
kwetsbaar

eindig

heel alleen

het hart vecht
de ademhaling
haakt
hortend en stotend
aan de laatste strohalm
de geest dwarrelt
de ziel toogt

zo moeten wij
hem achterlaten
benieuwd
naar de dag
van morgen

ons hart vervuld
van gevoelens
en vragen

de wind is gaan liggen
en de regen is
toch niet gekomen
als wij het duister 
van de nacht inlopen
gevuld met kunstlicht
en veel doelloze geluiden

woensdag 23 november 2011

Ontmoeting

niet zien
is
niet weten
in het ongewisse
onbekend
onbemind

zien
is kijken

kijken
is ontwaken
opmerken
tot je nemen
in je opnemen

beeld
als verbeelding
 interpretatie
beoordeling

ontmoeten
is twee levens
die elkaar raken
heel even

in het verschil
en de variatie
ligt de eenheid
of je nu wilt
of niet

soms klikt het
wordt je geraakt
wordt observeren
absorberen
wordt contact
een emotie
wordt zien
herkennen

af en toe
wordt emotie
ook pijn aanschouwen
en ervaren

of wellicht
zomaar ineens
of langzaam aan
van lieverlede
liefde

het kan
zo waar
gebeuren
een vonk
een tinteling
en een lichtstraal

twee eenzaamheden
met verbinding
het wonder
van genade
de roos
midden
in de modder
een rimpeling
van leven
in de barre winter
in het holst
van de nacht

maar
een steen
in de vijver
kan ook
teerheid
doen breken
als glas

loslaten
kan vluchtig zijn
of pijn doen
al naar gelang
de emotie
de diepte
van de liefde
in het hart

tijd heelt
niet altijd

soms
schiet
ontmoeting
nameloos
te kort

is de mist of de nacht
de dood of de dorheid
te nadrukkelijk
te overvloedig
te onoverbugbaar
lijfelijk
aanwezig

***

laten we koesteren
wat we hebben
laten we zegenen
wie we zien
laten we dankbaar
aanvaarden
wat herkenning geeft
laten we accepteren
en respecteren
wat niet hetzelfde is
als wat we dachten
of wellicht ook wilden
dat het zou zijn

laten we stil zijn
rond het verlangen
dat als een vuur
brandt in onze harten
samen eenzaam
bij elkaar

laten we warm worden
van vergeving
samen huilen
samen lachen
laten we mild zijn
in ons oordeel
zacht en geduldig
teder
respectvol

laten we
onverantwoord
veel liefde schenken
zwak en kwetsbaar
onszelf wegcijferen
van wat we geven
groeien we
in de diepte

laten we
met overtuiging
elkaars lasten dragen
samen de weg gaan
op reis naar de toekomst
onbekend en onzeker
bewogen in beweging
verwachtingsvol

laten we
God
herkennen
en ontmoeten
in elkaar

maandag 21 november 2011

Een

dag jij
ik ben ik
ik ben uniek
en jij bent anders

maar
ook jij
bent uniek
en ik weer anders

samen
zijn we ook
weer een

vullen aan
kunnen leren
van elkaar

samen leven

mogen zijn
zoals we zijn

alles is anders
dan het soms lijkt
op de eerste aanblik

laten we
blij zijn
met elkaar
samen spelen
in de tuin
van het leven

oefenen
en groeien
tot we
op een dag
thuis
mogen komen
in het rijk
van de koning

ik en jij
samen
hand in hand
staan
in zijn huis
kijkend
naar hem
in volle verwondering

uniek
en toch anders

anders
verschillend
aanvullend
schitterend
als een enorme diamant

omdat hij
het zo wilde

anders
en toch uniek
voor hem

omdat hij
er alleen maar
groter door wordt

laten we nu al
samen bidden
en samen zingen
voor hem
die het zo
heeft gewild

een
met elkaar
een met hem

een voorproefje
van later

laten we zijn
wie we moesten worden
ooit
toen het begon

zondag 20 november 2011

De kern

als je mij
af kon pellen
zoals een banaan
de schil
zijn omhulsel
moet afdoen
om van nut
te kunnen zijn
voor de eter

als ik alles
los moet laten
wat bijkomend is
laag op laag
vernis
de buitenkant

als ik
alle woorden
moet laten gaan
alle maskers
zou laten vallen
alle muren
af zou breken

gekrompen
tot de kern
van mijn bestaan
het hart van mijn ziel
de bodem van mijn ego
de pit van zijn

kaal
naakt
teer
kwetsbaar
fragiel
leeg
eenzaam
ik

een kleine korrel
zand aan zee
een stofje in de kosmos
het zaadje
van een paardebloem

God
wie
zou ik zijn
voor Uw
onnoemelijke
ondoorgrondelijke
almacht

lucht
leegte
niets
niemand

maar nee
ik geloof
verwonderd
bedeesd
bedachtzaam
verbijsterd
en betraand
dat U mij zelf
ooit
hebt gewild
gemaakt
tot zijn ontwaakt
tot toekomst geroepen
tot leven bedoeld

dat ooit
van toen
geeft houvast
nu
en hoop
voor later
altijd
en overal

dat
is de grond
van mijn bestaan
de reden
voor mijn dank
de oorzaak
van mijn
woorden
al schieten ze
ook altijd weer
te kort

mijn stamelen
is blijdschap
mijn verlangen
is honger
mijn blik omhoog
gaat verder
dan de sterren
de pijn
van binnen
is dorst
naar U
weemoed
en heimwee

God
ik weet
dat U mij niet
beoordeelt
op wat ik kan
op wat ik doe
op al dan niet
volmaakt zijn

maar dat U blij bent
dat ik u vertrouw
mijn woorden
tot U roep
en schrijf
de resonantie
van Uw diepe liefde

en bidt
in stilte
zonder amen
zonder einde
altijd en overal

stort in mij
uw geest van liefde
en nabijheid
bewogenheid
die mij bewegen doet

ontdoe mij
van overbodigheid
en alle franje
raak mij aan
in de kern
van mijn bestaan
aangedaan
ontvlamd
en vurig
van verlangen

maak mij
tot wie U
heeft bedoeld
vul mij
veranderd
naar Uw beeld
en Uw gelijkenis

een kind
vol vertrouwen
spelend

een licht
dat het Uwe
weerkaatst

een vrucht
aan Uw boom

een ster
stralend
aan de hemel

een parel
in Uw hand

een glimlach
om Uw mond

zaterdag 19 november 2011

Gedachten over het denken

Van de week naar mijn werk ben ik een aantal keren door de mist gefietst. Ook geprobeerd om daar foto's van te maken, maar dat is natuurlijk niet echt goed vast te leggen. Als het echt zo mistig is, dat je geen hand voor ogen ziet, dan kun je al helemaal geen foto's maken. Je kunt alleen iets laten zien als het begint, als je in zo'n overgangsfase zit. Dat de mist heel langzaam opkomt, zoals vanavond, vanuit de sloten. Of zoals ik ook van de week zag, als het over de rivier aan komt rollen, en over de dijk slaat. Maar zelfs dan valt het niet mee om het vast te leggen. Om precies op het goede moment ter plekke te zijn. Eigenlijk is het nog mooier als de zon er bij komt kijken. Of zoals gisterenavond laat toen ik door de mist terug naar huis kwam rijden, dan zou je graag even je auto aan de kant willen zetten, om het door de mist dringende schijnsel van de autolichten te vangen in een beeld.




Bij mij werkt het dan zo, dat ik dan met zo'n beeld, in dit geval van de mist, in gedachten aan het spelen ben. Ik vang een beeld en associeer dat met bepaalde begrippen, speel er mee, gedurende momenten van de dag. Het broedt. Regels voor een gedicht borrelen omhoog. Soms schrijf ik dat dan op, ergens, als geheugensteuntje. Soms loopt het spoor dood.

Het bracht me tot een half gedicht, tot ik me realiseerde dat wat ik wilde zeggen, eigenlijk te veel was voor een gedicht. Maar, nog meer gedachten kwamen bij mij boven, namelijk over dat proces van denken zelf, creatief denken. Ik heb namelijk geconstateerd in de vele blogberichten die hier verschijnen, dat ik rijkelijk aan het associëren ben geweest, beelden uit het dagelijks leven, de natuur koppel aan denkbeelden die ik duidelijk wil maken. Ik schrijf beeldend, zeg maar, maar om dat te kunnen doen, ben je dus ook al beeldend aan het denken. Terwijl ik altijd heb gedacht dat ik in woorden dacht. Weliswaar geen hele zinnen, altijd van de hak op de tak, en ook associatief. Maar toch.

Nu weet ik dat niet iedereen hetzelfde is, niet hetzelfde denkt en niet op dezelfde manier denkt. Sommige mensen kunnen heel abstract denken, logisch doorredeneren. Anderen kunnen dat niet, denken meer concreet, in beelden, in woorden, in dagelijkse bezigheden en korte termijn zaken. Herinneringen worden dus ook verschillend opgeslagen in het menselijk geheugen. Er zijn mensen die een fotografisch geheugen hebben. Soms kan een geur al een beeld van vroeger oproepen. Ook de manier waarop mensen luisteren is dus verschillend, niet iedereen begrijpt altijd direct alles, anderen hebben al aan een half woord genoeg, nog weer anderen vermoeden meer dan er gezegd of bedoeld is. Niet iedereen kan een half uur aan één stuk naar iemand luisteren. Het gebruik van beelden uit het dagelijks leven kan heel functioneel zijn om je punt over te brengen. Jezus deed dat ook met de boodschap van het koninkrijk, waarbij hij vaak gebruik maakte van gelijkenissen. Tegenwoordig hebben we het over metaforen.

Het zou nuttig zijn als mensen in het onderwijs, of zij die een toespraak, of zelfs een spreek houden, hier rekening mee zouden houden. Het scheelt aandacht. Het spreekt aan. De boodschap blijft beter hangen.

Mistig avondlicht

Vandaag moest ik zoveel doen aan achterstallige klusjes, mail verwerken, dat ik het op een bepaald moment echt voor gezien hield. Ik had willen lezen, willen schrijven voor dit blog, boodschappen moeten doen, maar de zon riep, mijn lichaam smeekte om een lange wandeling, nodig voor mijn rug.  En ik ben gegaan. Wandelen. Route van 14 kilometer. Bewust niet met het doel om foto's te gaan maken, want dan moet je honderd keer stoppen en duurt de route natuurlijk twee keer zo lang.

Maar ja, als je dan zo'n cadeau in de schoot geworpen krijgt ... Ondergaande zon en opkomende mist. Dan moet je gewoon foto's blijven maken, om die mooie momenten vast te leggen. Adembenemend. Sorry, ik kan er niets aan doen. En ja, uiteindelijk duurde de wandeling een uur langer dan anders. Versleten, dat wel. Maar het was de moeite waard. Dacht ik.










woensdag 16 november 2011

Requiem

een requiem
voor dat wat voorbij ging
voor alles wat geweest is
voor hen die ons voorgingen

een weemoedig lied
in de avondstilte
een schaal vol woorden
en onbestemde gevoelens 

een verlangen naar ooit
tijden her
pijnlijke herinneringen
heel ver weggestopt
die voorzichtig boven komen

een gemis zo diep

vage beelden
verzwegen woorden
verdronken toekomst
begraven plannen

het is stil
zo nameloos stil
zo mistig en heiig
afwachtend
zonder verwachting

verdwaald
en mistroostig
eenzaam
onaanraakbaar

intens
heel intens
memento mori

en toch
niet in de put
niet depressief
en ook niet ongelukkig
want herinneringen
mag je koesteren
je draagt ze mee
ze zijn van jou
onopgeefbaar
hartverwarmend
glanzende juwelen
dierbare momenten
diepe en warme liefde

het leven vertraagt
als de dood
om de hoek kijkt
en alles breekbaar
en kwetsbaar blijkt te zijn
bezigheden haperen
stemmen verstommen
je adem stokt
je hart slaat op hol

maar toch
ook
ontegenzeggelijk
wis en waarachtig
is er hoop
gaat het leven door
is er toekomst
heeft de dood
niet het laatste woord

het zaad
dat gestrooid is
de generaties voor ons
de geliefden
die naast ons hebben gelopen
ze zijn niet alleen begraven
hun geest leeft voort
ze zijn alleen
niet hier
of te zien

eens
op een dag
komen herinneringen tot leven
zullen doden opstaan
geeft de aarde
zijn schatten terug

een dag van ontmoeting
herkenning
en vreugde

alle tranen verdwenen
verdriet op de vlucht
dood aan de dood
de toekomst oneindig
leven in eeuwigheid

de opstanding
is gekomen
het einde
een nieuw begin

mijn Alpha
en mijn Omega
aan het hoofd
van een schare
die niemand kan tellen
van aangezicht tot aangezicht
in levenden lijve

glorie en luister
voor Hem
die het leven schiep
de dood overwon
de opstanding is
en de toekomst
nu nog
voorzichtig
aan het voorbereiden is
onnavolgbaar
onvoorspelbaar
onbegrijpelijk
maar het vertrouwen
meer dan waard

kom zing met mij
een requiem
een lied van weemoed
en nostalgie
herinneringen
te pijnlijk om te uiten
tranen om het verleden
maar ook
met hoop en vertrouwen
voor later
en een bede
een smeeklied
een ultiem verlangen
om kracht voor vandaag
om woorden
om liefde
om leven
in het hier en nu

een requiem
om onder ogen te zien
wat geweest is
te verlangen naar wat zal komen
en te zijn
wie je bent
hier te wandelen
met je medemensen
bewust
akelig bewust
en te wandelen met je Maker
Hij is de weg
de weg
de weg

soms 
voor je gevoel
een beetje
ver weg

wandel je mee
in geloof en verwachting
van de belofte
van die toekomst


de duisternis in
het licht tegemoet

zondag 13 november 2011

Navelstreng


Als je zo in het bos loopt in deze tijd, dan is de hele bodem bezaaid met afgevallen bladeren. Maar als je omhoog kijkt dan hangen er ook nog genoeg aan de bomen. De laatste tijd flink wat beelden gemaakt van beide hoedanigheden. En ook aan het mijmeren geweest over het beeld van zo'n blad. Wat betekent dat nou, als je het vergelijkt met een mensenleven? Dat levert soms sombere gedachten ook, maar ook zeker verwondering over hoe ingenieus dat allemaal in elkaar steekt. Hoe bladeren vanuit de knop gaan groeien, hoe het leven er uitbarst in de lente, hoe het sprankelt en ritselt in de zomer, hoe de kleuren ontstaan, en hoe de bladeren afvallen, zodat de boom de aankomende winter kan overleven.

Gisterenavond op bed dacht ik er aan hoe een blad eigenlijk gemaakt is om weer los te laten. Het zit ingebakken in de schepping, dat op zeker moment het blad los komt van de tak. Elk blad op dezelfde plek, aan het eind van de steel. Als je goed kijkt zie je dat ook bij de bladeren die nog aan de tak zitten. Het zit vast, maar het is ook precies de plek waar het straks moet gaan gebeuren. De vrije val tegemoet.

Toch is er ook een andere kant. Want als je die scharnierpunten goed bekijkt, dan zie je ook het wonderlijke dat de holle steel van die bladeren meteen ook de manier is waarop het blad zijn voeding vanuit de boom krijgt, de levenssappen die de wortels opzuigen, komen via de stam naar de takken, en vanuit de takken naar de bladeren.


Je zou het een navelstreng kunnen noemen. Zoals de mens als foetus wordt gevoed door de navelstreng van de moeder, van voeding wordt voorzien, ja zelfs van bloed, zo wordt het blad in leven gehouden door de sappen die het ontvangt van en via de boom.

Maar als de winter eraan komt, moet de boom zijn doorgevende functie beperken, om zelf te kunnen overleven. Dat is de dood voor de bladeren. Dat gaat dan gepaard met een fraai kleurenschouwspel, maar het is wel een voorbode van het einde aan het bestaan van de bladeren.

Als je naar de navelstreng kijkt, waar een baby door wordt gevoed, dan gaat dat weer anders. Want zodra een baby ter wereld komt, via de pijn van bijna-dood het licht in wordt gelanceerd, dan zit hij nog wel vast aan die navelstreng. Pas als  hij zelfstandig gaan ademen, kan die worden doorgesneden. Dat is nodig om te kunnen overleven. Zou Adam dat nou meteen gesnapt hebben, zo bij de geboorte van zijn eerste? Zomaar even een vraag tussendoor ....!?

Dus, waar het blad los komt van zijn levensader en sterft, wordt een mens pas zelfstandig, als hij los komt van die levensader. Tot aan het moment van zijn dood. Want dan is zijn eigen levensader, waardoor hij kan functioneren, aan het haperen geraakt. De bloedcirculatie van het hart, of de adem in zijn longen.

Een christen heeft ook een navelstreng als levensader nodig, om te kunnen functioneren, om te kunnen groeien, zelfs om christen te kunnen zijn. Want hij is niet los verkrijgbaar. Niet los van God. Maar het vereist wel een zekere inspanning, verbinding, toevoerleiding om die levensadem, bloedsomloop, geestkracht, lichaamssappen in stand te houden.

De navelstreng naar de andere wereld, het contact met God, de dialoog is van levensbelang. Door gebed en Bijbellezen, door ontmoetingen en leermomenten, door navolging en overdenking, door stil te zijn en te reflecteren, door het wandelen met God. Door de wisselwerking van denken en doen, bidden en werken, verstand en gevoel, op jezelf en samen met alle anderen. Door met al je tekortkomingen aan het werk te gaan, telkens weer terug te keren naar de poort van vergeving. Door lief te hebben. Door dicht bij mensen te blijven, maar zeer zeker ook dicht bij God. Zo dicht als maar mogelijk. Daardoor overleven we. Zelfs dwars door de dood heen. Als we alles los moeten laten.
‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn. Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief. (Joh. 15 : 1-17)