Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zaterdag 23 juli 2011

Zout


Van de week moest mijn auto naar de garage voor een APK keuring. De ene avond gebracht en terug naar huis komen lopen. De andere avond weer een uur gelopen om hem op te halen. Lekker fris, tussen de regendruppels door. Wat me beide keren opviel, was de enorme hoeveelheid naaktslakken die op de Tiendweg tevoorschijn was gekomen, na de overvloedige regenbuien van de laatste dagen. Honderden, duizenden wellicht. In vele varianten, dikten en kleuren. Uitkijken met wandelen dus.

Wat ook opviel was dat slakken altijd alleen op verkenning uitgaan, een slijmerig spoor achter zich latend. Maar als er ergens een dode slak ligt, waarschijnlijk door een fietser geplet, dan komen andere soortgenoten daar redelijk massaal op af en zie je zomaar een klontje van vijf, zes dode slakken liggen. Wat de biologische oorzaak daarvan is, zou ik niet weten. Het doet er ook even niet toe voor het punt dat ik wil maken.

Maar wat heeft zout, de titel van dit blog, dan wel met slakken te maken? Nee, niet het voor de hand liggende middel om een slak om zeep te helpen. Zo ben ik niet ... Maar er is een titel van een boek van Rebecca Pippert met de intrigerende oproep: 'Het zoutvat uit, de wereld in.'

Slakken komen massaal in beweging als de regen voorbij is. Wat hun levensdoel ook moge zijn, ze voelen dan een aandrang en kunnen die niet negeren. Met het risico dat ze overreden worden of geplet onder de schoen van een passerende wandelaar. Als ze gaan samenklonteren lijken ze massaal dood te gaan.

Zo wordt zout in een vaatje pas nuttig als je er etenswaren mee gaat besprenkelen, zodat de flauwheid verdwijnt en het eten meer smaak krijgt.

Eerder heb ik eens een samenvatting van de Bijbelse boodschap proberen te maken, verdeeld over vijf punten. Even kort herhaald: Kom tot jezelf; Kom tot Mij; blijf in Mij; Volg Mij, en het laatste punt 'Ga uit!' Over dat laatste punt wil ik het nu hebben. De Bijbelse opdracht om discipelen te maken. Aan de discipelen die apostelen werden, maar ook aan ons, ieder van ons persoonlijk.
'Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.' (Jezus in de bergrede, Matth. 5 : 13-16)
Kijk eens aan. Zout. Licht. Stad op een berg. Zout moet je strooien, licht verspreidt zich en is in de duisternis eromheen goed te zien. Een stad op een berg kun je van kilometers ver al zien liggen. Kortom, het beïnvloedt de omgeving, is waarneembaar, is te proeven door anderen. Een ander merkt het op.


Zo zou een christen, een volgeling van Jezus, aangeraakt door Zijn liefde, gevuld met Zijn Geest, van invloed behoren te zijn op de omgeving waar hij in bivakkeert.
Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. (1 Petr. 3:15)
De praktijk laat echter zien dat niet iedere christen goed raad weet met deze opdracht. Ik heb zo'n flauw vermoeden dat dit te maken zou kunnen hebben met de christelijke (op)voeding in de zondagse prediking. In veel kerken worden de kerkgangers wekelijks aangesproken of zij nog bekeerd moeten worden, dat het niet zomaar gaat, dat er eerst iets moet gebeuren, dat God het alleen kan geven. Waardoor mensen wachten, hun hele leven, op 'iets' wat gaat gebeuren, of zou moeten gaan gebeuren. Maar het komt er elke keer op neer dat er in feite niets gebeurt. Een impasse, die niet doorbroken lijkt te kunnen worden.

Aan de Bijbelse begrippen bekering en wedergeboorte zou ik graag nog een andere keer aandacht willen besteden, maar in ieder geval heeft het er toe geleid dat in veel reformatorische kerken velen nogal vrijblijvend zitten te consumeren. Dit gedeelte van de kerk is zeer naar binnen gericht. Al het 'kerkewerk' is er op gericht, om de 'soort' in stand te houden. Bezigheidstherapie te beoefenen. Kerkje te spelen.

In plaats van erop uit te gaan, discipelen te maken, gaan we navelstaren en aan uitgebreid zelfonderzoek doen. Maar aangezien we daar niet veel wijzer van worden, blijven we maar zitten. En doen helemaal niks.
Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de grondslagen van het woord van God bij te brengen; het is met u zover gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid. Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad. (Hebr. 5:12-14)
Dat klinkt allemaal erg hard en veroordelend, maar ik zit er midden in, heb er mee te maken, zou het graag willen veranderen, maar zou niet meer weten hoe. Het lijkt verspilde energie om het te willen veranderen.
Het is een christelijk werk om een heiden te bekeren, maar het is een heidens karwei om een christen te bekeren.
Daar ben ik dus maar mee gestopt.

Daarom doe ik zelf wat ik vind dat ik moet doen. Breng bezoeken aan gevangenen of hun familieleden voor Gevangenenzorg Nederland. Draai mee in het evangelisatieplatform van vijf kerken in ons dorp, onder de naam Keerpunt worden verschillende acties op touw gezet, waaronder de Alpha-cursus, om buitenkerkelijken aan te spreken. Met wisselend succes. En ik zit ook in de evangelisatiecommissie van onze kerk. Daar folderen we bij de molens van Kinderdijk, zetten de kerk open voor de toeristen. Proberen een gesprek aan te gaan. Staan we met een kar met evangelisatiefolders bij verschillende braderieën of andere gelegenheden.

Het is zelfs één van de redenen waarom ik aan dit blog begonnen ben, enkele maanden geleden.

Deze week op Twitter weer eens aan een interessante discussie deelgenomen, deze keer over het nut van bepaalde evangelisatieacties, bijvoorbeeld folderen op straat. Iemand durfde een ander te vragen of dat ook effect had en ik kon het niet nalaten daar op in te gaan.

Want er gebeurt al zo weinig. We zitten zo opgesloten in onze zuil. We houden elkaar zo lekker bezig.

Maar durven we ook naar buiten te treden? Zijn we actief met werven, getuigen, liefde uitstralen? Met woorden, met daden, met onze houding? Met spreken als dat nodig is, met zwijgen als dat wenselijk is? Met vragen stellen? Met hulp verlenen? Met naast iemand in de stront staan? Met stoppen waar anderen voorbij lopen? Met luisteren?

Met 'er zijn'.

Of oordelen we liever? Wijzen we aan wat er fout gaat, wijzen we na wie er fout doet? Het is zo makkelijk om vanuit een luie stoel anderen te bekritiseren. En volmaakt zal het nooit worden, nee.

Wellicht discussiëren we liever? Of vergaderen we eerst uitgebreid over hoe we het allemaal het beste kunnen aanpakken, welke methode, welke missie, welke voorwaarden, welke doelgroep, welk tijdstip? Schrijven beleidsplannen, missionstatements?

Willen we eerst onderzoeken wat de beste methode van evangeliseren is? Welke vorm het best helpt, het meeste effect heeft?

Nou, persoonlijk ben ik er van overtuigd dat de Bijbelse opdracht het belangrijkste is. Gewoon gaan, gewoon doen. Niet te veel nadenken, niet wachten op de juiste diagnose, strategie of methode. Je hart laten spreken, je handen laten wapperen, veel concreter bidden voor de mensen om je heen. Luisteren. Kijken. Echt leren zien. Bewogen in beweging komen.
En Hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’ (Markus 4 : 26-29)
Onze opdracht is om te zaaien. We weten niet wat er onder het zichtbare oppervlak, de buitenkant, gebeurt en dat hoeven we ook niet te weten. De Geest is als de wind, die blaast waarheen Hij wil.

En dat kan dan allerlei verschillende vormen aannemen.

Natuurlijk gaat het in de allereerste plaats om hoe jij zelf als persoon in het leven staat. Tegenover je gezin, je vrouw en kinderen, je familiekring, vriendenkring, op je werk. Het sociale netwerk waar je in participeert. Maar het gaat naar mijn bescheiden mening ook over gericht naar buiten treden.

Gericht zijn op andersdenkenden. Het gesprek aangaan. Een open houding aannemen. Niet meteen veroordelen. Niet alleen in je eigen kleine, bekende kringetje ronddraaien, maar actief aan het 'normale' leven deelnemen, van een sportclub tot een buurtvereniging. Op je werk zul je in een grote groep waarschijnlijk niet veel kwijt kunnen, maar probeer het dan maar met één persoon tegelijk. Er zijn altijd momenten, aanleidingen, aanknopingspunten. Probeer ze te herkennen en dan ook meteen alert reageren. Wees waakzaam.

Nog gerichter zijn speciale evangelisatieacties. Folders rondbrengen of uitdelen. Op een braderie gaan staan met een kraam. Prikkelende posters ophangen. Thema-avonden, Alpha-cursussen, muziekavonden, etc. etc.

Ja, en dat is altijd met wisselend 'succes'. Soms lijkt het ploegen op de rotsen. Alsof er niets gebeurt. Niemand luistert. Iedereen loopt voorbij. Maar andere keren spatten de vonken eraf. En het komt ook voor dat je alleen maar hoeft te luisteren, dat iemand zijn hart even kan luchten.

En ook, jazeker, gebeuren er wonderen. Zo af en toe. Hier en daar. Als God het wil. Want zo werkt God. Door mensen heen. Door woorden heen. De eeuwen door. Door harde muren heen, versteende harten. Door onmogelijkheden heen.

Je moet ook nuchter zijn. Uiteraard. Als iets niet blijkt te helpen, stoppen dan. Iets nieuws proberen. Probeer creatief te zijn. Ik moet even denken aan Peter Scheele, die veel voorbeelden geeft in zijn prachtige boek 'Visserslatijn'.

Over vissers, ja dat is ook zo'n mooie opdracht. Jezus die de eerste discipelen roept, van beroep visser. Het zijn maar enkele woorden die Hij spreekt, maar ze gaan heel diep, zetten je leven op zijn kop, zijn zeker niet vrijblijvend. Durven we het aan? Nemen we het risico? Beseffen we de consequenties?
'Volg Mij, en Ik zal je vissers van mensen maken.' (Markus 1 : 16)
Zie je het principe hoe God aan het werk gaat om het evangelie, de blijde boodschap, het goede nieuws te verspreiden over heel de wereld? Laat het eens tot je doordringen. We gaan niet even alle volken bekeren, nee, één mens per keer. Elke keer één vis. Jij spreekt met iemand, die wordt aangeraakt, die iemand gaat anderen aanspreken.

Tegenwoordig hebben we het over 'netwerken', maar ik zou het liever celdeling willen noemen. Gisterenavond hoorde ik het weer eens. Elk zaadje heeft de potentie in zich om tot een bos uit te groeien, maar boom voor boom. Hoe vaak komt het beeld van het zaad terug in de gelijkenissen die Jezus vertelt? Het draagt op den duur vrucht, dertig-, zestig-, honderdvoudig. Maar wat is die vrucht? Nog meer zaadjes ... Het principe van de vermenigvuldiging. Tot in het oneindige ... van de eeuwigheid.

Kijk naar een menselijke cel, de eerste celdeling, onnoemelijk veel keer herhaald. Elke zelfstandige cel heeft de 'informatie' van het hele menselijke leven in zichzelf verborgen, elke cel kan opgroeien tot welk orgaan dan ook.

Het gaat je duizelen als je daaraan denkt. Het gaat je nog meer duizelen als je er geestelijke lessen uit trekt. Als je jezelf als radertje gaat beschouwen. Onderdeel van het Goddelijke weefgetouw. Levende steen in een immens gebouw. Zaadje in een zonnebloem.

Heb je enig idee hoeveel lijntjes God uit heeft staan? Aan hoeveel netwerken Hij deelneemt?

***

Als je het gaat bekijken vanuit de 'ontvanger' van de boodschap, dan zie je, als iemand overgaat tot het christendom, zich bekeert tot de levende God, dat hij, achteraf en in retroperspectief bezien, op zijn levensweg bepaalde momenten, kruisingen, wegwijzers, ontmoetingen, flitsen van de eeuwigheid, heeft ervaren. Het is geen moment in de tijd, maar een serie 'aanrakingen', die hem of haar er uiteindelijk toe hebben gebracht te kiezen voor het Leven. Er zijn schakeltjes geweest, mensen, maar ze werden wellicht, van Boven af bezien, op wonderlijke wijze bestuurd en samengebracht.

Daar moeten wij niet in gaan wroeten, dat moeten wij niet willen weten, maar we mogen er uiteraard wel om bidden. Veel meer om bidden. Veel vuriger en concreter en directer en eenvoudiger.

En dan: zaaien maar. Vissen maar. Werp het net maar uit. De velden zijn wit om te oogsten. Ook al zie je het misschien nog niet. Ook al weet je het gewoon soms niet meer.

Er is er Eén op Wie je altijd bouwen mag, naar luisteren moet, op vertrouwen kunt. Wat kan je gebeuren?

We zijn geen Institutenbouwers of Kringbestuurders, geen Hokjesgeesten of Ultra-afwachters, geen Zelfhelpactivisten of Consumeerders, geen Jachters en Jagers.

Nee, we zijn Zwervers, omdat we geen bezittingen hebben, alles moeten leren loslaten, alle vastigheden over moeten geven.

Nee, we zijn Pelgrims, op weg naar een Doel, maar ondertussen Ontmoeten we van Pleisterplaats tot Pleisterplaats allerlei slag mensen.

Nee, we zijn Dromers, vol van Verlangen naar hoe het Wordt, met geestelijke Ogen voor dingen die je niet zien kunt, met Oren voor stilte die veelzeggend is.

Nee, we zijn Ademhalers, de Zuurstof van Liefde van de Geest diep naar binnen bij elke teug, alle onreinheid en ik-gerichtheid eruit. Telkens weer, steeds opnieuw, ons Leven lang door.

Nee, we zijn Wijnvaten vol Genade, die we kunnen uitschenken, Druppel voor Druppel of Emmers tegelijk. Stromen van Levend Water.

Nee, we zijn Vissers, geduldig, wachtend in het donker, luisterend, turend, een aasje hier, een voertje daar. Altijd alert. Toeslaand als de Tijd rijp is.

Nee, we zijn Slakken, rustig, langzaam, stap voor stap, we zien alles wat er om ons heen gebeurt, kunnen iets vertellen over de Weg, die we gegaan zijn, hebben oog voor de Bloemen aan de kant. Met open blik. Met onze voelhorens omhoog.

Wat let ons? Wat houdt ons tegen?
Wie ben jij? 
Wat doe jij? 
Wat denk jij? 
Wat voel jij?
Waar ben jij van vervuld?
Door Wie ben jij gevuld?
Wat zie jij?
Waar droom jij van?
Wat is jouw verlangen?
Wie is jouw Hoop?
Zie jij wat ik zie?

3 opmerkingen:

  1. Nou, dat is een heel verhaal Anton, je hebt je hart gelucht denk ik :)
    Persoonlijk heb ik geleerd dat alle dingen die we willen doen slakkenwerk blijven als we het zonder de kracht van de Heilige geest doen. Dat is handzagen met een kettingzaag waarvan de stekker niet in het stopcontact zit...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Op zich heb je een punt. Maar wat wel opvalt is dat het folderen vooral gebeurt in de kerken die jij bekritiseert. In kerken die de verantwoordelijkheid wel nemen en niet lijdelijk afwachten, wordt folderen niet gebruikt, omdat het niet meer werkt.

    Mijn kritiek op twitter richtte zich niet tegen evangeliseren, wel tegen het als een schot hagel folders de wereld in schieten. Dat werkt niet, al kan God natuurlijk met een kromme stok...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Door vol te houden bereikte de slak de ark!
    Zo moeten ook wij volhouden,volharden op de plek
    waar God ons geplaatst heeft.Biddend om een
    opwekking, net als Corrie ten Boom: zij tekende
    een cirkel op de grond,ging er in staan en bad:
    Heer geef een opwekking en begin hier,bij mij.
    Anton volhardt in al die mooie dingen die je mag
    doen en God zal de wasdom geven.Ik herken veel van de dingen die je schreef.Dank, ook voor de mooie muziek:Beatiful things!Hoorde van morgen
    een preek over de Pottebakker(Jeremia)He makes
    beatiful things out of dust,out of us.Groet,
    Marijke

    BeantwoordenVerwijderen